Genesis 6:11

11Maar de aarde was verdorven voor Gods aangezicht; en de aarde was vervuld met wrevel.
 de aarde was verdorven Versta de mensen, die op de aarde woonden. Zie onder Gen 41:57; 2Sa 15:23; 1Ki 10:24; Eze 14:13.
,
 voor Gods aangezicht; Dat is, openlijk, stoutelijk, vermetelijk zondigende niet alleen zonder schaamte voor de mensen, maar ook zonder vrees voor God. Zie onder Gen 10:9.
Copyright information for DutSVVA