Genesis 6:6

6Toen berouwde het den Heere, dat Hij den mens op de aarde gemaakt had, en het smartte Hem aan Zijn hart.
 berouwde het den HEERE, Aldus wordt menselijker wijze in de Heilige Schrift van God gesproken, omdat Hij zijn werk of daden verandert, hoewel Hij in zichzelven onveranderlijk blijft; zie het volgende vs. en Num 23:19; 1Sa 15:11, 1Sa 15:29; 2Sa 24:16; Mal 3:6; Jam 1:17; Act 15:18.
,
 en het smartte Hem aan zijn hart Dit is ook menselijker wijze van God gesproken, om ons te tonen dat God een groot mishagen aan den mens, uit oorzaak zijner boosheid, had. Verg. Isa 63:10; zo wordt ook aan God droefheid toegeschreven, Eph 4:30.
Copyright information for DutSVVA