Genesis 7:1

1Daarna zeide de Heere tot Noach: Ga gij, en uw ganse huis in de ark; want u heb Ik gezien rechtvaardig voor Mijn aangezicht in dit geslacht.
 huis Dat is, huisgezin, alzo onder Gen 17:12, Gen 34:2, Gen 39:11; Exo 1:1; Pro 31:27; Act 16:16, enz.
,
 voor mijn Dat is, niet alleen uitwendig, in schijn en in den mond, maar ook inwendig, in waarheid en inderdaad, en dat door het geloof in het beloofde zaad en de heiligmaking des Geestes, alzo Luk 1:6.
,
 geslacht Zie boven Gen 6:9.
Copyright information for DutSVVA