Genesis 9:25

25En hij zeide: Vervloekt zij Kanaän; een knecht der knechten zij hij zijn broederen!
 hij zeide Niet als een zondig mens door vleselijken toorn of verbaasdheid, maar als een profeet, door het ingeven des Heiligen Geestes.
,
 Vervloekt Dat is, hatelijk voor God, verachtelijk bij de mensen, ongelukkig op de aarde, in zichzelven en de zijnen.
,
 Kanaän; Versta niet alleen den zoon, maar ook den vader Cham, en de nakomelingen van den zoon.
,
 knecht der knechten Dat is, de allerverachtste en snoodste slaaf. Alzo wordt ijdelheid der ijdelheden gezegd, Ecc 1:2; boosheid der boosheid, Hos 10:15, voor de allergrootste, enz. Verg. de aantekening op Lev 2:3.
Copyright information for DutSVVA