Genesis 9:5-6

5En voorwaar, Ik zal uw bloed, het bloed uwer zielen eisen; van de hand van alle gedierte zal Ik het eisen; ook van de hand des mensen, van de hand eens iegelijken zijns broeders zal Ik de ziel des mensen eisen.
 uwer zielen Dat is, uwer personen of uw lichamelijk leven.
,
 eisen; Dat is, wreken, of op order van Mij ingesteld, of ook buiten dezelve.
,
 van alle gedierte Zie Exo 21:28.
,
 van de hand eens iegelijken Wie hij ook zou mogen zijn, van hogen of lagen staat, van rijk of arm, van man of vrouw, dewijl de mens zijn broeder of zuster en naaste is.
6Wie des mensen bloed vergiet, zijn bloed zal door den mens vergoten worden; want God heeft den mens naar Zijn beeld gemaakt.
 door den mens Hier wordt het ambt der overheid bevestigd, en het zwaard haar gegeven tot straf der boosdoeners, Rom 13:1 enz.
,
 naar zijn beeld Zie boven Gen 1:27. En of wel Gods beeld door den val geschonden en verbroken is, zo heeft nochtans God enig overblijfsel daarvan, om verscheidene redenen, in de mensen gelaten; hetwelk Hij niet begeert geschonden te hebben, maar verordent hier de straf van zodanige schending.
Copyright information for DutSVVA