Habakkuk 3:6
6Hij stond, en mat het land, Hij zag toe, en maakte de heidenen los, en de gedurige bergen zijn verstrooid geworden; de heuvelen der eeuwigheid hebben zich gebogen; de gangen der eeuw zijn Zijne. ▼▼ Hij stond Te weten God de Heere, vertegenwoordigd door de ark, die veertien jaar lang te Gilgal bleef, totdat de Joden het land van belofte onder zich hadden verdeeld.
,
▼
,
▼▼ het land, Te weten het land Kanaän.
,
▼▼ Hij zag toe Door een stuurs gezicht heeft God die natiën kunnen verdrijven, hoe vast zij in dat land geworteld zaten.
,
▼▼ maakte de heidenen Dat is, Hij verstrooide de heidenen en wierp hen uit, te weten de Kanaänieten, die te voren in het land gewoond hadden.
,
▼
,
▼▼ hebben zich Als Hem eerbieding doende.
,
▼▼ de gangen der Of, Hij had eeuwige gangen; Dat is, zijne wegen zijn eeuwigdurende, of de Heere richt uit wat Hij van eeuwigheid besloten had; Hij is alleen eeuwig, en zijne besluiten, naar welke Hij de wereld regeert, zijn van eeuwigheid af.
,
▼▼ zijn zijne Of, komen Hem toe.
Copyright information for
DutSVVA