Haggai 1:6
6Gij zaait veel, en gij brengt weinig in; gij eet, maar niet tot verzadiging; gij drinkt, maar niet tot dronken worden toe; gij kleedt u, maar niet tot uw verwarming, en wie loon ontvangt, die ontvangt dat loon in een doorgeboorden buidel. ▼▼ niet tot dronken worden toe; Dat is, gij gevoelt de kracht van den wijn alzo niet, dat gij er vrolijk van zoudt worden; zie
Gen 43:34 ;
Son 5:1 ;
Joh 2:10 .
,
▼▼ tot uw verwarming, Hebr. om zich te verwarmen; dat is om u te verwarmen; verg.
Zep 2:12 met de aantekening aldaar.
,
▼▼ in een doorgeboorden buidel Of, in een buidel waar geen bodem in is, of, die hol is; dat is, het verdwijnt, alzo dat hij, die het ontvangt, geen nut daarvan heeft, achtervolgens het dreigement der wet;
Deu 28:15 , enz.;
Amo 4:9 ;
Mic 6:14 .