Haggai 2:14

14[02:15] Toen antwoordde Haggai, en zeide: Alzo is dit volk, en alzo is deze natie voor Mijn aangezicht, spreekt de Heere, en alzo is al het werk hunner handen; en wat zij daar offeren, dat is onrein.
 Alzo is dit volk, De zin is: Evenzoo is het met deze natie of met dit volk gesteld, hetwelk alles ontreinigt waar het bij of aan komt, dewijl het onrein van consientie is, blijkende daaruit dat zij mijn bevel, aangaande het opbouwen van den tempel verachten. Verg. Tit 1:15 .
,
 voor Mijn aangezicht, De Joden waren wel heilige lieden in hun eigen oordeel, maar niet in de ogen van God.
,
 daar offeren, Te weten, op het brandofferaltaar, dat vele jaren was opgebouwd geweest eer de tempel volbouwd is geworden, Ezr 3:2 . God de Heere had wel de offeranden strengelijk bevolen te doen, maar hier verklaart Hij door zijnen profeet, dat gelijk al hun andere werken onrein waren, alzo ook hunne offeranden, [vanwege welke zij meenden Gode aangenaam te zijn] zolang zij nalieten des Heeren huis te bouwen, en omdat zij zelf onrein, dat is goddeloos en huichelachtig waren, en zonder geloof, want alles wat zonder geloof geschiedt, dat is zonde; Rom 14:23 .
Copyright information for DutSVVA