Hebrews 1:8

8Maar tot den Zoon zegt Hij: Uw troon, o God, is in alle eeuwigheid; de schepter Uws koninkrijks is een rechte schepter.
 tot den Zoon Of van den Zoon, gelijk vs.7.
,
 troon, o God, Deze woorden in Psa 45, moeten noodzakelijk van Christus, den waren bruidegom en koning Zijner gemeente, verstaan worden. Want dat de Joden nu zeggen, dat zij van Salomo moeten verstaan worden, is ongerijmd, daar Salomo nergens God wordt genoemd, noch zijn troon eeuwig is geweest, maar alleen veertig jaren geduurd heeft, en zijn scepter, en zijner nakomelingen scepter is niet altijd geweest een scepter der gerechtigheid, dewijl er vele gebreken en ongerechtigheden in zijn en zijner nakomelingen regering zijn geweest, zoals de boeken der Koningen betuigen. En het is niet waarschijnlijk, dat het huwelijk van Salomo met de dochter van Faraö gedurig in de gemeente Gods zou moeten geprezen en gezongen worden, gelijk het opschrift van Psa 45:1, meebrengt. Hetwelk zo klaar is, dat zelfs de Joodse rabbijnen erkennen, dat deze psalm van den Messias moet verstaan worden. Doch de autoriteit van den apostel is hierin genoeg en boven alle tegenspraak. Door den troon wordt de heerlijkheid, en door den scepter de kracht dezer regering verstaan.
,
 een rechte schepter Dat is, een scepter des rechts, of der rechtheid, dat is, waar geen kromheid noch onrecht plaats heeft.
Copyright information for DutSVVA