Hebrews 10:4-5

4Want het is onmogelijk, dat het bloed van stieren en bokken de zonden wegneme.
 de zonden wegneme Namelijk door Zijn eigen waardigheid en kracht, daar dat maar een lichamelijke en vergankelijke zaak is, daar de zonde een geestelijk kwaad is, en in de ziel, die onsterflijk is, vooral hare plaats heeft.
5Daarom, komende in de wereld, zegt Hij: Slachtoffer en offerande hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt Mij het lichaam toebereid;
 Daarom, Namelijk Christus de hogepriester der toekomende goederen, in wiens naam David in dezen psalm spreekt, en van wiens komst hij profeteert, gelijk Paulus hier betuigt en de zaak zelf uitwijst.
,
 komende in de wereld, Namelijk wanneer Hij de menselijke natuur aannam en in een persoon met zich verenigde, gelijk hiervoor Heb 1:6, en Heb 9:11.
,
 hebt Gij niet gewild, Namelijk om die aan te nemen tot een verzoening en voldoening voor de zonde, gelijk de Joden zich inbeelden; anderszins heeft ze God ook gewild om gebruikt te worden voor de gelovigen van het Oude Testament als voorbeelden en sacramentele tekenen, die hen op de toekomende voldoening der offerande van Christus wezen; maar dat ook niet langer dan tot de offerande zelf nu zou volbracht zijn, wanneer deze schaduwen moesten ophouden, gelijk in deze en andere plaatsen wordt bewezen.
,
 het lichaam toebereid; De Hebreeuwse tekst Psa 40:7, zegt: Gij hebt mij de oren doorboord. Doch de apostel volgt hier de Griekse overzetting, gelijk meest in dezen brief, dewijl dezelfde zin in beiden is begrepen. Want de woorden: Gij hebt mij de oren doorboord, betekenen dat Christus nu mens wordende, zichzelf tot een gewilligen dienstknecht van Zijn Vader overgeeft, om Hem tot den dood van het kruis te gehoorzamen. Het is een gelijkenis genomen van de dienstknechten der Hebreën, die nadat zij zes jaren hun heren hadden gediend, het zevende jaar uit den dienst van hun heren niet wilden scheiden, maar tot den dood daarin blijven; tot een getuigenis waarvan de oren hun aan den post der deur werden doorboord, gelijk te zien is Exo 21:6. Zo dan ook wordt God de Vader hier gezegd, Christus het lichaam toebereid te hebben; omdat Christus de menselijke natuur uit het vlees en bloed der maagd Maria van Zijn Vader, door de kracht van den Heiligen Geest ontvangen hebbende, deze hier overgeeft tot den dienst Zijns Vaders, om Hem gewillig in alles te gehoorzamen, zelfs tot den dood toe, om te zijn een Zoenoffer voor onze zonden. Het is dan zoveel of Hij zeide: Gij hebt mij een lichaam gegeven, dat in uw dienst tot den dood toe gewillig en bereid is.
Copyright information for DutSVVA