Hebrews 11:8-10

8Door het geloof is Abraham, geroepen zijnde, gehoorzaam geweest, om uit te gaan naar de plaats, die hij tot een erfdeel ontvangen zou; en hij is uitgegaan, niet wetende, waar hij komen zou.
 geroepen zijnde, Namelijk uit Ur der Chaldeën. Zie Act 7:2, enz.
,
 naar de plaats, Dat is naar het land Kanaän, hoewel hem in zijn eerste beroeping zulks nog niet bekend was. Zie Gen 12:1.
9Door het geloof is hij een inwoner geweest in het land der belofte, als in een vreemd land, en heeft in tabernakelen gewoond met Izak en Jakob, die medeerfgenamen waren derzelfde belofte.
 in tabernakelen gewoond Namelijk gelijk vreemdelingen en reizigers plachten, om die weder te kunnen opnemen en naar andere plaatsen te voeren; gelijk daartoe bij ons de tenten plegen gebruikt te worden.
,
 derzelfde belofte Namelijk van de toekomende bezitting van het land Kanaän en vervolgens ook van het eeuwige leven.
10Want hij verwachtte de stad, die fondamenten heeft, welker Kunstenaar en Bouwmeester God is.
 de stad, Dat is, den hemel, of het hemelse Jeruzalem, waarvan het land Kanaän en daarna ook Jeruzalem maar schaduwen waren.
,
 die fondamenten heeft, Namelijk welke vast en onbewegelijk waren. De apostel stelt die tegen de tabernakelen, die geen fundamenten hadden. Zie hierna Heb 13:14; Rev 3:12, en Rev 21:2, enz.
,
 Kunstenaar en Bouwmeester God is Dat is, aftekenaar of ordineerder naar de kunst, gelijk placht te geschieden eer men tot bouwen van de steden voortgaat.
Copyright information for DutSVVA