Hebrews 12:5-10

5En gij hebt vergeten de vermaning, die tot u als tot zonen spreekt: Mijn zoon, acht niet klein de kastijding des Heeren, en bezwijkt niet, als gij van Hem bestraft wordt;
 En gij hebt vergeten Of hebt gij vergeten, enz.? vragenderwijze.
,
 vermaning, Namelijk der wijsheid; Pro 3:11-12.
,
 de kastijding des Heeren, Het Griekse woord paideia betekent eigenlijk een kastijding die den kinderen tot hunne verbetering wordt aangedaan.
,
 bestraft wordt; Of wedersproken, met woorden getuchtigd.
6Want dien de Heere liefheeft, kastijdt Hij, en Hij geselt een iegelijken zoon, die Hij aanneemt.
 die Hij aanneemt Dat is, voor zijn zoon erkent en houdt.
7Indiën gij de kastijding verdraagt, zo gedraagt Zich God jegens u als zonen; ( want wat zoon is er, dien de vader niet kastijdt?)
 verdraagt, Namelijk lijdzaam, of gewillig, als voren.
,
 zo gedraagt Zich God Dat is, zulks is u een zeker teken, dat gij rechte kinderen zijt, en dat God u die toezendt als een vader. Want de goddelozen worden ook wel van God gestraft, maar als van een rechter, en spreken dikwijls godslasteringen tegen den God des hemels in deze straffingen; zie Rev 16:10-11; of vallen in wanhoop, gelijk Saul, Judas, enz.
,
 als zonen, Namelijk ware en rechte kinderen.
8Maar indien gij zonder kastijding zijt, welke allen deelachtig zijn geworden, zo zijt gij dan bastaarden, en niet zonen.
 Bastaarden, en niet zonen Namelijk die de vaders dikwijls verre van zich doen, en voor wie zij geen rechte zorg menigmaal dragen, omdat zij hunne rechte erfgenamen niet zijn.
9Voorts, wij hebben de vaders onzes vleses wel tot kastijders gehad, en wij ontzagen hen; zullen wij dan niet veel meer den Vader der geesten onderworpen zijn, en leven?
 onzes vleses wel tot kastijders gehad, Dat is, onzer lichamen, gelijk de tegenstelling van den vader der geesten vereist.
,
 den Vader der geesten Dat is, den vader der zielen, gelijk dit woord geesten ook hierna vs.23 wordt gebruikt. En wordt God een Vader der geesten bijzonder genoemd, omdat onze zielen van Hem zonder middel in de lichamen worden geschapen. Zie hiervan ook Num 16:22, en Num 27:16; Ecc 12:7; Zec 12:1.
10Want genen hebben ons wel voor een korten tijd, naar dat het hun goed dacht, gekastijd; maar Deze kastijdt ons tot ons nut, opdat wij Zijner heiligheid zouden deelachtig worden.
 voor een korten tijd, Grieks voor weinige dagen; dat is, in de jaren onzer jonkheid.
,
 Zijner heiligheid Want door het afsterven der zonde, en door de oefening der lijdzaamheid, nemen wij meer en meer toe in de heiligheid, waartoe de kastijdingen middelen en werktuigen zijn.
Copyright information for DutSVVA