Hebrews 13:11-12

11Want welker dieren bloed voor de zonde gedragen werd in het heiligdom door den hogepriester, derzelver lichamen werden verbrand buiten de legerplaats.
 voor de zonde gedragen werd Dat is, tot een offer voor de zonde.
,
 in het heiligdom Dat is, in het heilige der heiligen, op den verzoendag, welke was de tiende dag van de zevende maand; Lev 23:27.
,
 derzelver lichamen Namelijk der geslachte dieren.
,
 werden verbrand Namelijk door Gods bevel, waarvan zie Lev 16:27.
,
 buiten de legerplaats Namelijk der Israëlieten in de woestijn; waaruit de apostel, als uit een voorbeeld, besluit, dat de gelovigen, die gemeenschap hebben aan het bloed van Jezus Christus en Zijn verdiensten, geen gemeenschap moeten hebben in hun uiterlijken godsdienst met dat vleselijk Israël of Jeruzalem, nadat onze hogepriester zijn offerande daar buiten heeft volbracht, en met zijn bloed in het ware heilige der heiligen is ingegaan.
12Daarom heeft ook Jezus, opdat Hij door Zijn eigen bloed het volk zou heiligen, buiten de poort geleden.
 Daarom heeft ook Jezus, Dat is het tweede besluit van den apostel, uit het voorgaande voorbeeld van het verbranden der lichamen van de dieren buiten de legerplaats, namelijk dat Christus buiten de poort der stad Jeruzalem, waarin al de ceremoniën van het Oude Testament gepleegd werden, het vuur van den toorn Gods moest lijden, om ons met God te verzoenen.
,
 het volk zou heiligen, Dat is, het geestelijke Israël, de kinderen der belofte, die de engel het volk van Christus noemt, Mat 1:21, en Christus Zijne schapen, Joh 10:15-16, en die, die de Vader Hem gegeven heeft; Joh 17:9, enz.
Copyright information for DutSVVA