Hebrews 2:14

14Overmits dan de kinderen des vleses en bloeds deelachtig zijn, zo is Hij ook desgelijks derzelve deelachtig geworden, opdat Hij door den dood te niet doen zou dengene, die het geweld des doods had, dat is, den duivel;
 de kinderen Namelijk waarvan Jesaja spreekt; dat is, de ware gelovigen, die uit God geboren en leden van Christus zijn.
,
 des vleses en bloeds Dat is, bestaan uit vlees en bloed; of, de zwakke menselijke natuur deelachtig zijn; gelijk 1Co 15:50.
,
 derzelve deelachtig geworden, Dat is, heeft deze in enigheid zijns persoons aangenomen, gelijk hij hierna spreekt vs.16 en Phi 2:7.
,
 te niet doen zou dengene, Dat is, zijne macht of tirannie over de kinderen Gods verbreken en wegnemen.
,
 het geweld des doods had, Namelijk door de zonde, waar hij de mensen toe gebracht had, en waaronder hij die nog hield; om welke zonde de mens den vervloekten dood was onderworpen. Zie Rom 5:12, en 1Co 15:56.
,
 den duivel; Namelijk met al zijn engelen, gelijk Christus spreekt Mat 25:41. Want onder dezen overste worden allen, die onder hem staan, begrepen.
Copyright information for DutSVVA