Hebrews 7:2
2Aan welken ook Abraham van alles de tienden deelde; die vooreerst overgezet wordt, koning der gerechtigheid, en daarna ook was een koning van Salem, hetwelk is een koning des vredes; ▼▼ de tienden deelde; Dit was ook een daad van Abraham aan Melchizedek als priester. Van andere priesterlijke handelingen spreekt Paulus hier nergens, die hier nochtans alles overweegt, waarin het priesterschap van Melchizedek het priesterschap van Levi te boven ging. Zo wordt dan kwalijk van enigen hier bijgebracht het offeren van brood en wijn, waar hier geen gewag van gemaakt wordt. Doch wordt Gen 14:18 niet van het offeren, maar van het voortbrengen van brood en wijn gesproken, als van een koninklijk geschenk, daartoe dienende, om het gezelschap van Abraham, dat uit den slag vermoeid was, met spijs en drank te verkwikken, gelijk Josefus dit ook alzo verhaalt Antiq. Judas lib.1, cap.11.
,
▼▼ die vooreerst overgezet wordt, Namelijk Melchizedek, als een figuur en voorbeeld van Christus, waarvan de apostel de eigenschappen, zo zijner namen als andere hoedanigheden zo aantekent, dat hij die meteen in Christus den Zoon Gods bewijst waarlijk vervuld te zijn.
,
▼
,
▼
Copyright information for
DutSVVA