Hebrews 9:11-12
11Maar Christus, de Hogepriester der toekomende goederen, gekomen zijnde, is door den meerderen en volmaakten tabernakel, niet met handen gemaakt, dat is, niet van dit maaksel, ▼▼ der toekomende goederen, Dat is, al de geestelijke weldaden, die door de offerande van Christus aan het kruis, en door zijn ingang in den hemel verworven zijn; gelijk daar zijn: vergeving der zonden, wedergeboorte, den geest der aanneming tot kinderen, en de eeuwige zaligheid, die in het Oude Testament afgebeeld zijnde, in het Nieuwe door Christus zijn verworven.
,
▼▼ gekomen zijnde, Namelijk in het vlees, of in de wereld.
,
▼▼ den meerderen Hierdoor wordt verstaan de menselijke natuur van Christus, waarin de volheid der Godheid als in een tabernakel of tempel woont, Joh 1:14, en Joh 2:19; gelijk Heb 8:2 ook is aangewezen. Er wordt van Christus gezegd door dezen tabernakel zijns vleesches ingegaan te zijn in den hemel, omdat door de geestelijke kracht en waardigheid zijner offerande voor ons volbracht, hem de toegang tot den hemel is geopend, en hem een naam is gegeven boven alle namen, Phi 2:8-9; met welke verklaring overeenkomt hetgeen hij hierna zegt Heb 10:20, van den nieuwen weg, die ons geopend is, om in te gaan in het heilige, door dit voorhangsel, dat is, het vlees van Christus. Want Christus is ons voorgegaan om ons plaats te bereiden, Joh 14:2. Hij wil dan zeggen: gelijk Christus door zichzelf en door zijn eigen bloed ingegaan is in het heiligdom, dat wij ook door denzelfden weg daarin moeten komen.
,
▼▼ van dit maaksel, Grieks van deze schepping, of van dit schepsel.
12Noch door het bloed der bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed, eenmaal ingegaan in het heiligdom, een eeuwige verlossing teweeggebracht hebbende. ▼
,
▼
,
▼▼ verlossing teweeggebracht Grieks rantsoening; dat is, verlossing, die door rantsoen geschiedt, gevonden hebbende.
Copyright information for
DutSVVA