Hosea 1:11

11En de kinderen van Juda, en de kinderen Israëls zullen samenvergaderd worden, en zich een enig hoofd stellen, en uit het land optrekken; want de dag van Jizreël zal groot zijn.
 En de kinderen van Juda, Hoewel sommigen dit enigszins verstaan van de verlossing uit de Babylonische gevangenschap, wanneer de verstrooide en overgebleven vrome Israëlieten, door al de geleden plagen bijkans teniet geworden zijnde, zich zeer gaarne zouden voegen bij de optrekkende Joden, zo ziet het nochtans eigenlijk op de verzamelingen der kerk van het Nieuwe Testament uit Joden en heidenen, onder een Hoofd Jezus Christus door geloof en ware bekering. Vergelijk Jer 23:6 , enz., en Jer 31:5-6 , Jer 31:9 , en Jer 50:4 , enz.
,
 land optrekken; Van hun lichamelijke gevangenschap, en eigenlijk uit de geestelijke gevangenschap zich begeven tot Gods kerk.
,
  want de dag van Jizreël zal groot zijn Of, omdat de dag van Jizreël groot zal geweest zijn. Versta, Israëls nederlaag en verwoesting, waarvan boven vs.5. De zin is dat dit oordeel Gods en al de volgende of gevolgde straffen hen daartoe zullen bewegen. Sommigen verstaan door Jizreëls dag den dag van Israëls verlossing, die heerlijk zal zijn, gesteld tegen den dag hunner nederlaag in Jizreël, en daarom ook genoemd Jizreëls dag; dat is Israëls dag. Vergelijk onder Hos 2:21 . Deze verklaring komt met het voorgaande wel overeen. Alzo wordt iemands dag in de Schriftuur genoemd, de tijd in welken iemand iets bijzonders goeds of kwaads van God naar zijn bestemden raad wordt toegeschikt.
Copyright information for DutSVVA