Hosea 10:2
2Hij heeft hun hart verdeeld, nu zullen zij verwoest worden; Hij zal hun altaren doorhouwen, Hij zal hun opgerichte beelden verstoren. ▼▼ Hij heeft hun hart Namelijk God, van wien in het volgende klaarlijk gesproken wordt. Dit schijnt het eenvoudigste te wezen.
,
▼
,
▼▼ verwoest worden; Dit wordt in het volgende verklaard. Anders: schuldig bevonden worden.
,
▼▼ doorhouwen, Gelijk men enen misdadiger den nek doorhouwt, of onthalst.
Copyright information for
DutSVVA