Hosea 11:2

2Maar gelijk zij henlieden riepen, alzo gingen zij van hun aangezicht weg; zij offerden den Baäls, en rookten den gesnedenen beelden.
 gelijk] zij henlieden riepen, Dit is hier ingevoegd tot aanvulling van den zin, passende op het volgende woordje, alzo. Zie Psa 48:6 . De zin is: Hoe meer Mozes en andere vrome dienstknechten Gods de Israëlieten riepen om bij hun goeden God te blijven, en Hem aan te hangen, hoe meer zij daarentegen, onder de ogen der vrome profeten, afweken tot alle afgoderij, kerende God en zijnen profeten den rug en het dove oor toe, gelijk men zegt. Vergelijk onder vs.7, en boven Hos 4:7 .
,
 hun aangezicht weg; Van het aangezicht der profeten, die hen tot God riepen.
Copyright information for DutSVVA