Hosea 13:11
11Ik gaf u een koning in Mijn toorn en nam hem weg in Mijn verbolgenheid. ▼▼ koning Saul. Sommigen duiden het op den eersten koning der tien stammen, Jerobeam, die uit Efraïm was en Israël bedorven heeft, gelijk boven is aangetekend.
,
▼
,
▼▼ hem weg in Mijn verbolgenheid Saul; zie 1Sa 15:23 , en 1Sa 16:1 , en 1Sa 31:4 , 1Sa 31:6 . Sommigen zetten het over: Ik zal [hem] wegnemen, enz., duidende dit op den laatsten koning der tien stammen, Hosea, die van Salmanasser is overheerd, en in welken het koninkrijk van Israël een einde heeft genomen, 2Ki 17 . Vergelijk boven Hos 10:3 , Hos 10:7 , Hos 10:15 . Anderen verstaan het in het algemeen van de koningen der tien stammen, met welken God hier te doen heeft, [vergelijk boven Hos 7:16 , en Hos 8:4 ] , en zetten het over: Ik geef een koning, enz. en neem [hem] enz.
Copyright information for
DutSVVA