Hosea 14:4-6

4[014:5] Ik zal hunlieder afkering genezen, Ik zal hen vrijwilliglijk liefhebben; want Mijn toorn is van hem gekeerd.
 Ik zal hunlieder Een zeer lieflijk en vaderlijk antwoord en belofte Gods, op het voorgaande boetvaardig gebed.
,
 genezen, Vergevende al hun kwaad, en gevende mijn goed, gelijk zij begeerd hebben, vs.3; zie Psa 30:3 .
,
 vrijwilliglijk liefhebben; Of, mildelijk, uit goeder harte [gelijk men zegt]. Verg. Deu 30:9 ; Jer 32:41-42 ; Joh 16:26-27 , en zie van het Hebr. woord Lev 7:16 ; Job 12:21 .
,
 hem gekeerd Namelijk Israël, die terstond in het volgende vers genoemd wordt, en zie vs.2.
5[014:6] Ik zal Israël zijn als de dauw; hij zal bloeien als de lelie, en hij zal zijn wortelen uitslaan als de Libanon.
 Ik zal Israël zijn als de dauw; Deze beloften, afbeeldende, door schone gelijkenissen, de genade van Jezus Christus en den overvloed der gaven van den Heiligen Geest, behoren allen tot het nieuwe genadeverbond, gegrond in den Messias, onze Heere Jezus Christus, in wien alle beloften ja en amen zijn, 2Co 1:20 , toebehorende het ganse Israël, dat is, aan de ganse kerk der gelovige Israëlieten en heidenen. Verg. Hos 13:14 .
,
 Libanon Dat is, de bomen die op den Libanon staan, [alzo in vs.7], alwaar de welriekende wierook, wast, waarvan men houdt dat deze berg zijn naam heeft; want Lebona heet wierook, en deze berg heet in het Hebr. Lebanon.
6[014:7] Zijn scheuten zullen zich uitspreiden, en zijn heerlijkheid zal zijn als des olijfbooms, en hij zal een reuk hebben als de Libanon.
 uitspreiden, Hebr. gaan.
,
 zijn heerlijkheid Verg. Isa 60:13 ; Jer 11:16 ; Eze 31:3 , Eze 31:7-9 .
Copyright information for DutSVVA