Hosea 14:5-7

5[014:6] Ik zal Israël zijn als de dauw; hij zal bloeien als de lelie, en hij zal zijn wortelen uitslaan als de Libanon.
 Ik zal Israël zijn als de dauw; Deze beloften, afbeeldende, door schone gelijkenissen, de genade van Jezus Christus en den overvloed der gaven van den Heiligen Geest, behoren allen tot het nieuwe genadeverbond, gegrond in den Messias, onze Heere Jezus Christus, in wien alle beloften ja en amen zijn, 2Co 1:20 , toebehorende het ganse Israël, dat is, aan de ganse kerk der gelovige Israëlieten en heidenen. Verg. Hos 13:14 .
,
 Libanon Dat is, de bomen die op den Libanon staan, [alzo in vs.7], alwaar de welriekende wierook, wast, waarvan men houdt dat deze berg zijn naam heeft; want Lebona heet wierook, en deze berg heet in het Hebr. Lebanon.
6[014:7] Zijn scheuten zullen zich uitspreiden, en zijn heerlijkheid zal zijn als des olijfbooms, en hij zal een reuk hebben als de Libanon.
 uitspreiden, Hebr. gaan.
,
 zijn heerlijkheid Verg. Isa 60:13 ; Jer 11:16 ; Eze 31:3 , Eze 31:7-9 .
7[014:8] Zij zullen wederkeren, zittende onder zijn schaduw; zij zullen ten leven voortbrengen als koren, en bloeien als de wijnstok; zijn gedachtenis zal zijn als de wijn van Libanon.
 Zij zullen wederkeren, De ware Israëlieten zullen zich bekeren, waartoe zij vermaand zijn, zie vs.2. Anders: zij zullen wederom zitten.
,
 zijn schaduw; Onder des Heeren vaderlijke beschutting zich verkwikkende en zeker zijnde; zie Rth 2:12 ; Psa 91:1 .
,
 leven voortbrengen Dat is, vruchtbaar zijn en vermenigvuldigen; versta dit inzonderheid van de geestelijke vruchten, die zij als nieuwe en wedergeboren mensen zullen voortbrengen door de kracht van den Heiligen Geest, die ons levend maakt ten goede. Verg. Psa 72:16 , en zie de aantekening aldaar.
,
 zijn gedachtenis De bekeerde Israëls gedachtenis; dat is, naam, faam, gerucht, zal zo aangenaam en welriekend zijn als de edelste wijn van Libanon. Anders: zijne welriekendheid, of reuk, omdat het Hebr. woord, betekenende gedachtenis, somtijds voor reuk schijnt genomen te worden, gelijk een lieflijk reukwerk iemand doet gedenken. Zie Isa 66:3 ; idem Lev 2:2 , Lev 2:9 ; Num 5:26 , en Psa 20:4 , met de aantekening. Sommigen duiden het op de gedachtenis van God, die zeer lieflijk en aangenaam zal zijn bij den gelovige, vanwege zijn overgrote genade.
Copyright information for DutSVVA