Hosea 3:4-5

4Want de kinderen Israëls zullen vele dagen blijven zitten, zonder koning, en zonder vorst, en zonder offer, en zonder opgericht beeld, en zonder efod en terafim.
 vele dagen blijven zitten, Te weten van den tijd af, dat Salmanassar de tien stammen [door deze overspelige vrouw afgebeeld] uit hun land in Assyrië zal hebben weggevoerd en in verscheidene plaatsen verstrooid, tot den tijd hunner bekering toe, gelijk in vs.5 verklaard wordt. Dezen tijd van bekering nemen sommigen in de komst van Christus en de predikatie van het Evangelie door de apostelen; anderen duiden dit op den volgenden en tegenwoordigen toestand van het ganse Joodse volk tot op den tijd hunner laatste bekering, uit Rom 11:25 ; het ene sluit het andere niet uit.
,
 koning, Te weten uit hunne broeders. De zin hiervan is dat zij een langen tijd geen vorm van burgerlijke regering of republiek, noch van algemenen openbaren godsdienst, [hetzij ware of valse] zouden hebben; gelijk het nog ten huidigen dage met hen gesteld is in alle plaatsen, waar zij verstrooid op de aarde wonen.
,
 opgericht beeld, Als daar waren de gouden kalven te Dan en Bethel, idem de Baäls.
,
 efod Zie van efod Exo 28:6 . Jerobeam heeft ongetwijfeld met zijn nieuwe priesters ook nieuwe priesterlijke kledingen verordineerd, om het volk van Jeruzalem af te houden. Zie van afgodische efods buiten Gods ordinantie gemaakt Jdg 17:5 , enz.
,
 terafim Die zij naar de wijze der heidenen hadden, om dien raad te vragen; zie Gen 31:19 ; Eze 21:21 ; Zec 10:2 .
5Daarna zullen zich de kinderen Israëls bekeren, en zoeken den Heere, hun God, en David, hun Koning; en zij zullen vrezende komen tot den Heere en tot Zijn goedheid, in het laatste der dagen.
 David, hun koning; Namelijk den Heere Christus, hunnen Messias, David genoemd, omdat Hij zijn zoon naar het vlees zou zijn en David zijn voorbeeld geweest was; alzo Jer 30:9 ; Eze 34:23 , en Eze 37:24 . Gelijk Hij naar den Geest God en de Heere van David en zijn volk was.
,
 vrezende komen tot den HEERE Hebreeuws, zullen vrezen tot, enz. Dat is, vrezende aankomen, uit bekentenis hunner onwaardigheid, ontzetting over de onverdiende grote goedheid Gods, die hun in het Evangelie zal worden voorgedragen, en bekommernis om dezen genadetijd tijdelijk waar te nemen en recht te gebruiken. Vergelijk onder Hos 11:10-11 ; Mic 7:17 , ook Isa 13:8 .
,
 laatste der dagen Dat is, na een langen tijd, in het Nieuwe Testament, als de Messias zal verschenen zijn; want deze manier van spreken ziet juist niet op den allerlaatsten tijd, die voor de voleinding der wereld zal gaan. Zie Gen 49:1 ; Isa 2:2 ; Mic 4:1 ; Heb 1:1 , enz. met de aantekening aldaar.
Copyright information for DutSVVA