Hosea 6:4

4Wat zal Ik u doen, o Efraïm! wat zal Ik u doen, o Juda! dewijl uw weldadigheid is als een morgenwolk, en als een vroegkomende dauw, die henengaat.
 Wat zal Ik u doen, Alsof de Heere zeide: Hoe kan ik u anders doen dan Ik u dagelijks dreig? Hoe zou Ik u kunnen verschonen? Hier komt God weder tot de straf predikatie , gelijk het gevolg van den tekst uitwijst.
,
 morgenwolk, Die haast opkomt en weder vergaat. Vergelijk onder Hos 13:3 . God wil zeggen dat zij somtijds zich hielden en een schijn gaven alsof zij zich wilden bekeren, maar dat zelfs die schijn terstond weder verdween; zo ver was het vandaar, dat zij zich dadelijk zouden bekeren.
Copyright information for DutSVVA