Hosea 7:13
13Wee hen, want zij zijn van Mij afgezworven; verstoring over hen, want zij hebben tegen Mij overtreden! Ik zou hen wel verlossen, maar zij spreken leugenen tegen Mij. ▼▼ afgezworven; Hier en daar afgodische en vleselijke hulp zoekende, zwervende als een verbijsterde vogel, die nergens rust vindt.
,
▼
,
▼▼ zou hen wel verlossen, Of, Ik heb hen wel verlost, of Ik verlos hen wel, of als Ik hen verlos, enz., zo, enz. Zie 2Ki 14:25-28 .
,
▼▼ leugens tegen Mij Wat hun goeds van mij geschiedt, daarvan geven zij valselijk hunnen afgoden de eer; of zij beloven wel bekering en dankbaarheid, maar denken het niet.
Copyright information for
DutSVVA