Hosea 8:4
4Zij hebben koningen gemaakt, maar niet uit Mij; zij hebben vorsten gesteld, maar Ik heb het niet gekend; van hun zilver en hun goud hebben zij voor zichzelven afgoden gemaakt, opdat zij uitgeroeid worden. ▼▼ uit Mij; Dat is, zonder mij in het opwerpen en maken van hunne koningen raad te vragen, of mijn bevel te verwachten; alhoewel anderszins de scheiding der tien stammen van Juda niet zonder Gods rechtvaardig bestuur en regering geschied is; zie 1Ki 11:31 , enz.; onder Hos 13:11 , en vergelijk Isa 30:1 , en Isa 54:15 .
,
▼
,
▼
,
▼
,
▼
Copyright information for
DutSVVA