Hosea 9:1

1Verblijd u niet, o Israël! tot opspringens toe, gelijk de volken; want gij hoereert van uw God af; gij hebt hoerenloon lief, op alle dorsvloeren des korens.
 opspringens toe, Of, tot verheugens toe, tot vrolijkheid toe; zie dezelfde manier van spreken Job 3:22 . Het Hebreeuwse woord ziet op de uiterlijke gebaren en bewijs van vreugde.
,
 volken; Die ten tijde van een goeden oogst gewoon waren grote vreugde te bedrijven ter ere hunner afgoden, die zij hielden voor de bewerkers van dien; vergelijk Psa 4:8 , en hier het volgende; idem Joe 1:12 .
,
 hoerenloon lief, Dat is, gij verheugt u over den oogst als over een beloning, die uwe boelen, de afgoden, u zouden hebben gegeven vanwege uw geestelijke hoererij, dat is afgoderij; en op alle plaatsen, waar gij koren stapelt en dorst en waar gij den wijn perst, dankt gij uwe afgoden voor hetgeen Ik u gegeven heb. Vergelijk boven Hos 2:4 , Hos 2:7-8 , Hos 2:11 .
Copyright information for DutSVVA