Isaiah 1:11-12

11Waartoe zal Mij zijn de veelheid uwer slachtoffers? zegt de Heere; Ik ben zat van de brandoffers der rammen, en het smeer der vette beesten, en heb geen lust aan het bloed der varren, noch der lammeren, noch der bokken.
 Waartoe Daar staat 1Sa 15:22 ; Gehoorzamen is beter dan slachtoffers, opmerken dan het vette der rammen. De Heere had wel de offeranden ingesteld en bevolen te doen, maar als hulpmiddelen om hen in boetvaardigheid en geloof wel te doen voortgaan; hetwelk, terwijl zij nalieten, zo waren hunne offeranden den Heere een gruwel, onaangezien Hij die had ingesteld.
,
 der rammen, Te weten der rammen, die geslacht worden ter offerande.
12Wanneer gijlieden voor Mijn aangezicht komt te verschijnen, wie heeft zulks van uw hand geëist, dat gij Mijn voorhoven betreden zoudt?
 voor Mijn aangezicht Dat is, in den tempel, waar Ik mijne tegenwoordigheid bijzonderlijk openbaar.
,
 wie heeft zulks Alsof God zeide: Ik heb daar geen behagen aan, dat gijlieden met uwe offeranden in den tempel verschijnt. Namelijk huichelender wijze, zonder geloof, zonder boete of aandacht gelijk gijlieden doet.
,
 Mijn voorhoven Dat is, de voorhoven van mijn huis, of tempel, die twee waren, een der priesters en een des volks, 2Ch 4:9 ; zodat de profeet hier zowel de priesters als het volk bestraft.
Copyright information for DutSVVA