Isaiah 14:31

31Huil, gij poort, schreeuw, gij stad! gij zijt gesmolten, gij gans Palestina! want van het noorden komt een rook, en er is geen eenzame in zijn samenkomsten.
 gij poort, Versta hier door de poort de regenten en voornaamsten der Filistijnen, die in de stadspoorten samenkwamen.
,
 gij stad Dat is, gij steden; te weten in het land der Filistijnen gelegen.
,
 gesmolten, Te weten, van schrik en vrees.
,
 van het noorden Dat is, uit Judea, hetwelk tegen het noorden van de Filistijnen gelegen is.
,
 een rook, Dat is, een krijgsheir, hetwelk doorbijten en doordringen zal als de rook; te weten Hizkia met zijn leger.
,
 er is geen eenzame De zin is: Daar zal zich niemand verwijderen, maar de Joden zullen u eendrachtig en met hopen aanvallen en overvallen; zij zullen gelijkelijk gereed zijn om u te overvallen.
,
 in zijn samenkomsten Dat is, in zijn heirleger. Anders: in zijn bestemde tijden; dat is, als die dag, dien de Heere bestemt, zal gekomen zijn, om voort te trekken.
Copyright information for DutSVVA