Isaiah 30:1

1Wee den kinderen, die afvallen, spreekt de Heere, om een raadslag te maken, maar niet uit Mij, en om zich met een bedekking te bedekken, maar niet uit Mijn Geest, om zonde tot zonde te doen;
 den kinderen, Versta, de boze en onstendige burgers binnen Jeruzalem.
,
 om een raadslag Om een verbond op te richten met den koning van Egypte [gelijk vs.2], tegen den koning van Babel, nadat deze koning hen onder zijne heerschappij gebracht had.
,
 maar niet Mij geen raad gevraagd hebbende, maar hun eigen gedachte of goeddunken volgende.
,
 een bedekking Aldus noemt hij de beschutting van den koning van Egypte.
,
 niet uit Mijn Geest, Dat is, niet door ingeven mijns Geestes.
,
 om zonde tot zonde Namelijk de zonde van vertrouwen op menselijke hulp, tot de zonde der meinedigheid in het afwijken van den koning te Babel. Zie Eze 17:13-15 ; of de zonde van God te verlaten en op mensen te betrouwen; vergelijk Jer 2:13 .
Copyright information for DutSVVA