Isaiah 30:3-5

3Want de sterkte van Farao zal ulieden tot schaamte zijn, en die toevlucht onder de schaduw van Egypte tot schande. 4Wanneer zijn vorsten zullen geweest zijn tot Zoan, en zijn gezanten zullen gekomen zijn tot nabij Chanes;
 zijn vorsten Te weten, van den koning van Juda; zie Eze 17:15 ; anders: hunne vorsten, te weten van het Joodse volk.
,
 Zoan Dit zijn de steden in Egypte gelegen. Zie de aantekening Num 13:22 ; Psa 78:12 . Chanes is Dafne; zie Jer 2:16 , en Jer 43:7 .
,
 gezanten Of, boden.
5Hij zal hen allen beschaamd maken door een volk, dat hun geen nut kan doen, noch tot hulp, noch tot voordeel, maar tot schande en ook tot smaadheid zijn zal.
 Hij zal hen Te weten God, of de koning van Egypte.
,
 allen Te weten allen die van Jeruzalem, zo de gezanten als de onderzaten.
,
 beschaamd Dat is, verachtzaam. Anders: Hij zal hen allen stinkende maken; te weten de Egyptenaars; zie Jer 37:7 .
Copyright information for DutSVVA