Isaiah 45:3-4

3En Ik zal u geven de schatten, die in de duisternissen zijn, en de verborgene rijkdommen; opdat gij moogt weten, dat Ik de Heere ben, Die u bij uw naam roept, de God van Israël;
 de schatten, Hebreeuws, de schatten der duisternissen; dat is, die in het duistere verborgen liggen.
,
 en de verborgene Hebreeuws, de schatten der schuilplaatsen; dat is, die in hoeken en gaten verstopt zijn en verborgen liggen.
,
 Die u Dat is, die u tot dit werk geroepen en verordineerd heb.
4Om Jakobs, Mijns knechts wil, en Israëls, Mijns uitverkorenen; ja, Ik riep u bij uw naam, Ik noemde u toe, hoewel gij Mij niet kendet.
 Om Jakobs, Dat is, opdat gij de nakomelingen van Jakob uit de gevangenschap verlost, of verlaat, dat zij weder naar hun vaderland keren.
,
 Ik noemde u toe, Dat is, Ik heb u volkomen gekend, gelijk wij in onze taal zeggen, bij naam en toenaam.
,
 hoewel gij Mij O, toen gij mij niet kendet. Alzo ook vs.5.
Copyright information for DutSVVA