Isaiah 47:1-2

1Daal af, en zit in het stof, gij jonkvrouw, dochter van Babel! zit op de aarde, er is geen troon meer, gij dochter der Chaldeen! want gij zult niet meer genaamd worden de tedere, noch de wellustige.
 af, Te weten van uw koninklijken stoel; alsof hij zeide: uw koninklijke staat, uwe pracht, uwe heerlijkheid, zal u nu haast benomen worden.
,
 zit in het stof, Of, zet u in het stof, gelijk die te doen plegen, die treuren vanwege enig groot leed, dat hun is overkomen. Zie Job 2:8 , Job 2:13 .
,
 gij jonkvrouw, Aldus noemt de profeet het koninkrijk der Babyloniërs, dat toen ten hoogste bloeide, en dewijl het tot dezen tijd toe nog van gene vijanden was overheerd geweest, daar het zeer hovaardig op was, zijnde een voorbeeld van het Babel des Nieuwen Testaments of het rijk van den Antichrist.
,
 dochter van Babel Dat is, gij volk van Babel; zie 2Ki 19:21 .
,
 er is geen troon Of, waar geen stoel is, te weten geen koninklijke stoel of troon.
,
  gij dochter der Chaldeën Dat is, Babylon, dat van de Chaldeën bewoond wordt.
,
 gij zult niet meer genoemd worden De zin is, uw wellust, dartelheid, overdaad, zal haast een einde nemen en in een ellendigen bedroefden staat veranderen. Hebreeuws, gij zult niet toedoen, dat zij u zullen noemen.
2Neem de molen, en maal meel; ontdek uw vlechten, ontbloot de enkelen, ontdek de schenkelen, ga door de rivieren.
 Neem de molen, Dat is, sla de hand aan den handmolen. Met deze woorden dreigt en voorzegt de Heere den Babyloniërs dat zij der Perzen lijfeigen knechten en maagden worden zouden, moetende den zwaren arbeid doen van het malen van het koren met handmolens. Zie Exo 11:5 ; Jdg 16:21 .
,
 ontdek uw vlechten, Te weten gelijk de vrouwen plachten te doen, die tot een teken van droefenis het haar van het hoofd lostrokken en lieten hangen tot over het aangezicht. Of, ontbloot uw haar; te weten gelijk de slavinnen.
,
 de enkelen, Of, de koten; de slaven, knechten en maagden plachten barrevoets te gaan.
,
 ontdek de schenkelen, Dat is, schort u hoog op.
,
 ga door de rivieren Te weten de rivieren van Perzië; een dreigement dat zij gevankelijk zouden weggevoerd worden.
Copyright information for DutSVVA