Isaiah 48:1-2
1Hoort dit, gij huis van Jakob, die genoemd wordt met den naam van Israël, en uit de wateren van Juda voortgekomen zijt! die daar zweert bij den Naam des Heeren, en vermeldt den God Israëls, maar niet in waarheid, noch in gerechtigheid. ▼ , ▼▼ zweert Daarmede betuigende dat zij den Heere voor den waren God kennen. Want een rechtmatige eed is God tot getuige aanroepen.
,
▼
,
▼ 2Ja, van de heilige stad worden zij genoemd, en zij steunen op den God Israëls; Heere der heirscharen is Zijn Naam. ▼▼ Ja, Of, hoewel.
,
▼▼ de heilige stad Te weten Jeruzalem. Hebreeuws, de stad der heiligheid; dat is, zij roemen zich dat zij burgers en inwoners van de heilige stad Jeruzalem zijn.
,
▼▼ steunen Te weten zoveel den uiterlijken schijn belangt. Maar ofschoon zij met woorden hiervan roemen, zo zijn zij het inderdaad niet, maar hun hart is verre van Hem.
Copyright information for
DutSVVA