Isaiah 57:11

11Maar voor wien hebt gij geschroomd of gevreesd? Want gij hebt gelogen, en zijt Mijner niet gedachtig geweest, gij hebt Mij op uw hart niet gelegd; is het niet, om dat Ik zwijg, en dat van ouds af, en gij vreest Mij niet?
 Maar voor wien De zin is: Als mijne profeten uwe zonden straffen, zo ontkent gij dezelve en bedekt ze met leugens. Vergelijk onder Isa 59:13 . Schroomt en vreest gij niemand, ja zelfs uwen God niet, omdat Hij u zolang ongestraft laat heengaan?
,
 en zijt Mijner Dat is, gij hebt op mijne wraak niet gedacht of gevreesd dat Ik u zou straffen vanwege uwe leugens.
,
 om dat Ik zwijg, Dat is, omdat Ik u niet straks strafte, zo haast als gij tegen mij gezondigd hebt? Anders: heb Ik niet gezwegen, of mij stilgehouden, u zonder straf laten heengaan, van overlang, en gij hebt mij evenwel niet gevreesd? Of aldus: Zwijg Ik niet, ook vanouds, en zult gij mij niet vrezen?
,
 en dat van ouds af, Hebreeuws, van eeuwigheid. Zie Job 22:15 .
Copyright information for DutSVVA