‏ Isaiah 58

1Roep uit de keel, houd niet in, verhef uw stem als een bazuin, en verkondig Mijn volk hun overtreding, en het huis Jakobs hun zonden.
 houd niet in, Houd uwe stem niet op, of niet in.
2Hoewel zij Mij dagelijks zoeken, en een lust hebben aan de kennis Mijner wegen, als een volk, dat gerechtigheid doet en het recht zijns Gods niet verlaat, vragen zij Mij naar de rechten der gerechtigheid; zij hebben een lust tot God te naderen;
 Hoewel Of, want zij zoeken mij dagelijks.
,
 dagelijks Hebreeuws, dag, dag; zie Psa 61:9 .
,
 zoeken, Dat is, in den tempel komen om mij hunne offeranden te brengen en hunne gebeden aldaar te doen; maar het gaat hun niet ter harte, het geschiedt al uit huichelarij.
,
 een lust hebben Dat is, zich houden alsof zij daar een oprechten lust aan hadden, dat zij de priesters de wet horen lezen en verklaren.
,
 vragen zij Mij Te weten door de profeten.
,
 zij hebben een lust Hebreeuws, zij hebben lust tot de nadering Gods; dat is, zij stellen zich uitwendiglijk alzo aan, alsof zij lust daaraan hadden en alsof het hun ernst ware mijne geboden te weten en hun leven naar dezelve aan te stellen.
3Zeggende: Waarom vasten wij, en Gij ziet het niet aan, waarom kwellen wij onze ziel, en Gij weet het niet? Ziet, ten dage, wanneer gijlieden vast, zo vindt gij uw lust, en gij eist gestrengelijk al uw arbeid.
 Waarom vasten Dit zijn de woorden der huichelaars, die door hun huichelenden en uiterlijken godsdienst veel bij God menen te verdienen.
,
 kwellen Te weten met vasten en honger te lijden; zie Lev 16:29 .
,
 Gij weet het niet? Dat is, houdt u alsof gij het niet wist.
,
 Ziet, Dat is het antwoord des Heeren op de voorgaande vraag der Joden, alsof Hij zeide: Wilt gij de oorzaak weten, waarom ulieder vasten mij niet aangenaam is? Ziet, Ik zal het zeggen; uwe huichelarij is er oorzaak van, want terwijl gij vast, laat gij niet af van boze stukken te bedrijven.
,
 zo vindt Dat is, zo richt gij uit wat u behaagt, gelijk vs.13. Of, gij benaarstigt u om te vinden en te genieten waar gij lust en genoegen aan hebt.
,
 al uw arbeid Hebreeuws, smarten; dat is arbeid, dien uwe knechten en maagden met smart moeten doen. Anders: al uwen arbeid; dat is al uw goed, dat gij met arbeid verkregen hebt, en voorts uwe schulden, die gij van uw goed hebt uitstaan, vordert gij strengelijk. Zie Pro 5:10 .
4Ziet, tot twist en gekijf vast gijlieden, en om goddelooslijk met de vuist te slaan; vast niet gelijk heden, om uw stem te doen horen in de hoogte.
 tot twist Dat is, om met uwe knechten, maagden, schuldenaars en anderen te twisten.
,
 om goddelooslijk Hebreeuws, om met de vuist der goddeloosheid te slaan; te weten uwe knechten en maagden.
,
 gelijk heden, Hebreeuws, als heden, of na dezen dag. Hetwelk enigen uitleggen: gelijk het dezen dag [vereist] in welken God doet blijken dat Hij tegen ulieden vertoornd is.
,
 om uw stem Dat is, opdat uw gebed verhoord wordt in den hemel bij God.
5Zou het zulk een vasten zijn, dat Ik verkiezen zou, dat de mens zijn ziel een dag kwelle, dat hij zijn hoofd kromme gelijk een bieze, en een zak en as onder zich spreide? Zoudt gij dat een vasten heten, en een dag den Heere aangenaam?
 dat Ik Dat is, dat mij aangenaam zou wezen.
,
 zijn ziel Te weten alleen uitwendiglijk, zonder innerlijk met een rechtmatig berouw zijner zonden geraakt te zijn, en zich alzo oprecht voor God te verootmoedigen. Of aldus: Een dag dat de mens zijne ziel kwelle.
,
 een dag den HEERE Hebreeuws, een dag der aangenaamheid des Heeren, of den Heere.
6Is niet dit het vasten, dat Ik verkies: dat gij losmaakt de knopen der goddeloosheid, dat gij ontdoet de banden des juks, en dat gij vrij loslaat de verpletterden, en alle juk verscheurt?
 de knopen Dat is, de zware dienstbaarheid uwer broeders, die zichzelven uit armoede aan u verkocht hebben, en die gij onbarmhartig tot zwaren arbeid aandrijft, alsof het vreemde slaven waren, hetwelk God verbiedt, Lev 25:39 . Zie de aantekening aldaar.
,
 des juks, Te weten van het juk, of der dienstbaarheid, die gij uwen verarmden broeders oplegt, dezelven onderdrukkende met uw woeker en boze werken.
,
 de verpletterden, Of, gebrokenen; dat is, tot verderf, of tot niet gebracht.
,
 juk verscheurt? Juk, dat is, zware en onverdragelijke lasten. In een woord, de Heere leert in dit en in Isa 58:7 dat wanneer men recht en wel vasten zal, zo moet men zich niet alleen onthouden van lichamelijke spijs, maar men moet ook werken des lichts doen.
7Is het niet, dat gij den hongerige uw brood mededeelt, en de armen, verdrevenen in huis brengt? Als gij een naakte ziet, dat gij hem dekt, en dat gij u voor uw vlees niet verbergt?
 mededeelt, Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk in twee stukken delen, als wanneer iemand een brood midden doorsneed, en gaf zijnen nooddruftigen broeder de ene helft.
,
 verdrevenen De zin is: Die als rebellen uit hun vaderland ten onrechte verdreven zijn. Anders: de ellendigen, bedrukten; te weten door de geweldige heerschappij der groten.
,
 een naakte ziet, Dat is, een kwalijk geklede; zie Job 22:6 .
,
 dekt, Te weten met klederen.
,
 voor uw vlees Voor uwen naasten, die enerlei vlees en bloed heeft gelijk gij. Zie de aantekening Neh 5:5 .
,
 niet verbergt? Versta hierbij: maar dat gij door de armoede en ellende uwer broeders u tot barmhartigheid laat bewegen.
8Dan zal uw licht voortbreken als de dageraad, en uw genezing zal snellijk uitspruiten; en uw gerechtigheid zal voor uw aangezicht heengaan, en de heerlijkheid des Heeren zal uw achtertocht wezen.
 uw licht Dat is, uw geluk en vreugde. Zie Est 8:16 , en Job 18:6 .
,
 uw gerechtigheid Dat is, de vrucht uwer gerechtigheid, te weten uwe gelukzaligheid, die u de Heere uit genade geven zal. Zie Psa 24:5 . Anderen verstaan hier door de gerechtigheid den Heere Christus zelf, gelijk Jer 23:6 .
,
 de heerlijkheid Dat is, de gelukzaligheid, die haar oorsprong heeft in de goedheid en macht des Heeren, die daarmede zijne heerlijkheid te kennen geeft.
,
 zal uw achtertocht Hebreeuws, zal u verzamelen. Zie de aantekening Num 10:25 ; Isa 52:12 .
9Dan zult gij roepen, en de Heere zal antwoorden; gij zult schreeuwen, en Hij zal zeggen: Ziet, hier ben Ik. Zo gij uit het midden van u wegdoet het juk, het uitsteken des vingers, en het spreken der ongerechtigheid;
 zal antwoorden; Dat is, Hij zal u verhoren.
,
 het juk, Zie boven vs.6.
,
 het uitsteken Dat is, het dreigen, als gij iemand met den vinger dreigt, of als gij met het opsteken van den vinger of het opheffen van de vuist te kennen geeft het voornemen, dat gij hebt om uw geweld in het werk te stellen.
,
 het spreken Te weten als gij uwen naaste scheldt of smaadt.
,
 der ongerechtigheid; Of, ondeugd, ijdelheid.
10En zo gij uw ziel opent voor den hongerige, en de bedrukte ziel verzadigt; dan zal uw licht in de duisternis opgaan, en uw donkerheid zal zijn als de middag.
 uw ziel Of, uwe ziel voortbrengt; dat is, uw hart, uzelven, uw hartelijke goedgunstigheid. De zin is: Zo gij uw hart den hongerige opent, en uit mededogenheid den arme en hongerige zult goeddoen.
,
 de bedrukte Dat is, den bedrukten mens.
,
 uw licht Versta hier door het licht zegen en welstand. Zie boven vs.8; gelijk door de duisternis allerlei tegenspoed. Zie de aantekening Gen 15:12 .
,
 uw donkerheid Dat is, uwe ellenden en zwarigheden zullen in blijdschap veranderd worden.
11En de Heere zal u geduriglijk leiden, en Hij zal uw ziel verzadigen in grote droogten, en uw beenderen vaardig maken; en gij zult zijn als een gewaterde hof, en als een springader der wateren, welker wateren niet ontbreken.
 leiden, Gelijk een herder zijne schapen leidt.
,
 in grote droogten, Hebreeuws, in dorrigheden; dat is, in dure tijden en hongersnood.
,
 vaardig maken; Of, vet maken, dat is sterken. Zie Pro 15:30 .
,
 springader Hebreeuws, uitgangen.
,
 ontbreken Hebreeuws, liegen, dat is, denwelken het nimmermeer aan water ontbreekt, en derhalve niemand tevergeefs komt om daaruit te scheppen of putten; vergelijk Job 6:15 , en Job 40:28 .
12En die uit u voortkomen, zullen bouwen de oude verwoeste plaatsen; de fondamenten, van geslacht tot geslacht verwoest, zult gij oprichten; en gij zult genaamd worden: Die de bressen toemuurt, die de paden weder opmaakt, om te bewonen.
 die uit u Hebreeuws, [die uit u], dat is uwe nakomelingen, die uit u zullen geboren worden.
,
 de oude Hebreeuws, de woestheden of dorre woeste plaatsen der eeuwigheid; dat is, die plaatsen, die lang woest gelegen hebben, te weten de vervallen huizen binnen Jeruzalem, en wat daaromheen lang vervallen, ongebouwd, verwoest en ledig gelegen heeft; zie Isa 61:4 .
,
 van geslacht tot geslacht Dat is, vele jaren lang.
,
 oprichten; Hebreeuws, verwekken, of doen opstaan.
,
 Die de bressen Hebreeuws, een verbeteraar der bressen, of der vervallen [muren], een wederbrenger der stegen, dat men [in het land] weder wonen moge.
13Indiën gij uw voet van den sabbat afkeert, van te doen uw lust op Mijn heiligen dag; en indien gij den sabbat noemt een verlustiging, opdat de Heere geheiligd worde, Die te eren is; en indien gij dien eert, dat gij uw wegen niet doet, en uw eigen lust niet vindt, noch een woord daarvan spreekt;
 Indien gij Dat is, indien gij uwen voet op den sabbat afhoudt, dat gij niet doet wat u behaagt. Of, om des sabbats wil.
,
 indien Dat is, zo gij een lust hebt dien naar Gods wil en wet te vieren.
,
 opdat de HEERE Anders, den geheiligden [dag] des Heeren, den verheerlijkten.
,
 uw wegen Dat is, uw gewoonlijke werken niet doende.
,
 uw eigen lust Zie vs.3.
,
 noch een woord Anders, nog iets spreekt, te weten dat onbillijk of onbetamelijk is, gelijk vs.9.
14Dan zult gij u verlustigen in den Heere, en Ik zal u doen rijden op de hoogten der aarde, en Ik zal u spijzigen met de erve van uw vader Jakob; want de mond des Heeren heeft het gesproken.
 Dan zult gij Dat is, dan zult gij zijne goedertierenheid en zegen genieten.
,
 Ik zal u doen Dat is, Ik zal u hoog verheffen en eren, gelijk Deu 32:13 . Zie de aantekening aldaar. Anderen nemen het aldus: Gij zult alles wat u zou mogen in den weg liggen en u aan uw welstand schadelijk zijn, overwinnen.
,
 Ik zal u spijzigen Of, Ik zal u te eten geven de erfenis van uw vader Jakob; dat is, gij zult wonen in het land, dat Ik uwen vader Jakob gegeven heb, waar gij spijs en drank in overvloed hebben zult.
Copyright information for DutSVVA