Isaiah 64:1-2

1Och, dat Gij de hemelen scheurdet, dat Gij nederkwaamt, dat de bergen van Uw aangezicht vervloten;
 dat Gij Dit hangt nog aan Isa 63:19 , zijnde een vervolg van het gebed der kerk, dat God zijne hulp uit den hemel zou willen doen blijken, tot verderf hunner vijanden en tot hunne verlossing, voornamelijk door de komts van den Messias in het vlees, waarop gezien wordt vs.4.
,
 scheurdet, Te weten, ontstoken zijnde met ijver en grimmigheid, gelijk de naastvolgende woorden zulks breder aanwijzen, altegaar daartoe strekkende om God te bidden, dat Hij zich in glorie en macht zou willen openbaren, gelijk Hij deed toen Hij zijne wet gaf; Exo 19 .
,
 vervloten; Dat is, dat zij mochten smelten en als water afvlieten, als verbaasd zijnde van de tegenwoordigheid uwer majesteit. Zie dergelijke zinnebeeldige manier van spreken Deu 32:2 ; Jdg 5:4-5 , enz.; Psa 18:8 , en Psa 97:5 .
2Gelijk een smeltvuur brandt, en het vuur de wateren doet opbobbelen, om Uw Naam aan Uw wederpartijders bekend te maken! Laat alzo de heidenen voor Uw aangezicht beven.
 een smeltvuur Hebreeuws, een vuur der smeltingen; dat is, gelijk een vuur hetwelk hetgeen men gieten wil doet smelten, en gelijk het vuur het water doet opbobbelen.
,
 Uw Naam Dat is, uwe macht, met welke Gij u aan uwe vijanden wreekt.
,
 Uw wederpartijders Dat is, de vervolgers uwer kerk, die Gij houdt voor uwe vijanden; vergelijk Act 9:4 .
Copyright information for DutSVVA