Isaiah 66:2

2Want Mijn hand heeft al deze dingen gemaakt, en al deze dingen zijn geweest, spreekt de Heere; maar op dezen zal Ik zien, op den arme en verslagene van geest, en die voor Mijn woord beeft.
 Want Mijn Dit wordt Act 7:50 vragenderwijze gesteld: Heeft niet mijne hand dit alles gemaakt?
,
 hand Dat is, macht.
,
 en al deze dingen Of, alzo, dies, daaRom.
,
 zijn geweest, Dat is, bestaan, te weten door mijne kracht. Zie Job 41:2 , en Psa 119:91 , of zijn, is te zeggen blijven; gelijk Exo 24:12 ; Rth 1:2 ; Psa 64:8 ; Dan 1:21 . Zie Psa 37:18 .
,
 maar op dezen Of, maar wien zal Ik aanschouwen? dat is, wien zal Ik genadig zijn? dat is, mijne gunst en hulp laten genieten?
,
 arme En die zijne armoede bekent, namelijk zijn geestelijke armoede, dat is de ontbering van gerechtigheid.
,
 verslagene Vanwege het gevoelen of de kennis zijner zonden. Zie Psa 34:19 , en Psa 35:15 , en Psa 51:19 , en Isa 57:15 , Isa 57:18 . Vergelijk Mat 5:3 , en 1Pe 3:4 .
,
 die voor Mijn woord beeft Dat is, die mijne majesteit en hoogheid in zulke achting heeft, dat hij vreest en beeft voor mijne geboden, dezelve met kinderlijke vrees en eerbieding ontvangende en zich onderwerpende. Vergelijk Ezr 9:4 , en Ezr 10:3 , onder vs.5; Hos 11:10-11 . Zie ook Exo 19:16 ; Job 37:1 .
Copyright information for DutSVVA