James 2:1
1Mijn broeders, hebt niet het geloof van onzen Heere Jezus Christus, den Heere der heerlijkheid, met aanneming des persoons. ▼ , ▼▼ den Heere der heerlijkheid, Hiermede wordt aangewezen de waardigheid van het christengeloof, als dat niet alleen ziet op Christus voor ons gekruisigd, 1Co 2:2; maar ook die van eeuwigheid God is, en nu in heerlijkheid zit aan de rechterhand van God in de hoogste plaats. Zie 1Co 2:8; Heb 1:3; 1Pe 3:22. Anderen voegen dit woord der heerlijkheid bij het woord het geloof; omdat het geloof vooral daarop ziet, dat Christus door Zijn lijden ingegaan is in Zijn heerlijkheid, en alle gelovigen in deze ook zal inbrengen en deze deelachtig maken.
,
▼
Copyright information for
DutSVVA