Judges 11:12

12Voorts zond Jeftha boden tot den koning der kinderen Ammons, zeggende: Wat hebben ik en gij met elkander te doen, dat gij tot mij gekomen zijt, om tegen mijn land te krijgen?
 zeggende Versta, door de gezanten. Alzo onder, vs.17, en in het volgende.
,
 Wat hebben ik en gij met elkander te doen, Hebreeuws, wat is mij en u, of wat hebben ik en gij? Zie deze manier van spreken ook 2Sa 16:10; Joh 2:4, enz.
,
 tegen mijn land te krijgen? Jeftha spreekt hier in den naam des volks, welks voorvechter hij was.
Copyright information for DutSVVA