Judges 18:19

19En zij zeiden tot hem: Zwijg, leg uw hand op uw mond, en ga met ons, en wees ons tot een vader en tot een priester! Is het beter, dat gij een priester zijt voor het huis van een man, of dat gij een priester zijt boeten voor een stam, en een geslacht in Israël?
 leg uw hand op uw mond, Dat is, [gelijk wij spreken], houd uw mond toe, bedwing dien, spreek niet tegen, maak geen gerucht. Zie deze manier van spreken Job 21:5, en Job 29:9, en Job 39:37; Pro 30:32; Mic 7:16.
,
 of dat gij een priester zijt voor een stam, Zij willen zeggen dat hij zijne conditie grotelijks zal verbeteren, en overzulks zich hebben te verblijden.
Copyright information for DutSVVA