Judges 20:16

16Onder al dit volk waren zevenhonderd uitgelezene mannen, welke links waren; deze allen slingerden met een steen op een haar, dat het hun niet miste.
 links waren; Hebreeuws, gesloten aan hun rechterhand, of, wier rechterhand gesloten was; Zie boven, Jdg 3:15.
,
 deze allen slingerden met een steen op een haar, Of, een ieder van dezen slingerde met een steen, enz.
,
 dat het hun niet miste Hebreeuws, en deden [den steen] niet missen, of, feilen, afdwalen; te weten, van op een haar te treffen. In het Hebreeuws wordt hier gebruikt hetzelfde woord, dat overal zondigen, doen zondigen betekent, omdat de zonde een missing, feil, of afdwaling is van Gods wet, wanneer iets daarmede niet overeenkomt, of [gelijk de apostel Johannes zegt, in den 1n Brief, 1Jo 3:4 ] onwettigheid, of onwettelijkheid is. Vergelijk Job 5:24.
Copyright information for DutSVVA