Judges 20:23

23En de kinderen Israëls togen op, en weenden voor het aangezicht des Heeren tot op den avond, en vraagden den Heere zeggende: Zal ik weder genaken ten strijde tegen de kinderen van Benjamin, mijn broeder? En de Heere zeide: Trekt tegen hem op.
 aangezicht des HEEREN Dat is, in de tent der samenkomst, waar de ark des verbonds was, een zichtbaar teken van Gods tegenwoordigheid en genade. Zie onder, vs.26,27, en Lev 1:3.
,
 ik Israël; alzo onder, vs.28.
,
 weder genaken ten strijde Hebreeuws, zal ik toedoen, of, voortvaren te genaken
,
 mijn broeder? Het schijnt dat zij, vermits de geleden nederlaag, twijfelen of het Gode aangenaam is, dat zij als tegen hun broeders krijgen, zonder te vragen naar de uitkomst of de victorie.
Copyright information for DutSVVA