Judges 20:4

4Toen antwoordde de Levietische man, de man van de vrouw, die gedood was, en zeide: Ik kwam met mijn bijwijf te Gibea, dewelke Benjamins is, om te vernachten.
 antwoordde de Levietische man, Dat is, verlof hebbende om te spreken, zo nam hij het woord, en verhaalde de ganse zaak; zie Jdg 18:14.
,
 man van de vrouw, Hoewel de vrouw zij bijwijf was, werden zij nochtans voor echte lieden gehouden; zie Jdg 19:2.
,
 gedood was, Dat is, alzo mishandeld, dat zij er van gestorven was, gelijk in het volgende verhaald wordt.
Copyright information for DutSVVA