Judges 4:5

5En zij woonde onder den palmboom van Debora, tussen Rama en tussen Beth-el, op het gebergte van Efraïm; en de kinderen Israëls gingen op tot haar ten gerichte.
 palmboom van Debóra, Alzo naar Debora genoemd.
,
 ten gerichte Om van haar, als een profetes, des Heeren wil te vernemen in zaken, waarin zij geen uitkomst wisten te vinden bij zichzelven, of door de ordinaire wegen van onderwijs of justitie.
Copyright information for DutSVVA