Judges 7:1

1Toen stond Jerubbaäl ( dewelke is Gideon) vroeg op, en al het volk, dat met hem was; en zij legerden zich aan de fontein van Harod; dat hij het heirleger der Midianieten had tegen het noorden, achter den heuvel More, in het dal.
 (dewelke is Gideon) Zie boven, Jdg 6:32.
,
 van Harod; Hebreeuws, Charod; gelegen aan de grenzen van Manasse, aan deze zijde van het gebergte, achter hetwelk de Midianieten gelegerd waren aan de andere zijde. Zie Jdg 6:33. Dezen naam mag de fontein gekregen hebben van het vrezen en sidderen der 22.000 Israëlieten, onder, vs.3. Een andere fontein was er bij Jizreël, aan het einde van dit gebergte, westwaarts. Zie 1Sa 29:1.
,
 More, Dit schijnt geweest te zijn een van de bergen Gilboa; alzo genoemd van den tijdigen regen; vallende zeer mildelijk op de velden, die op de hoogte van dien gelegen waren, gelijk sommigen afnemen uit vergelijking van 2Sa 1:21. Op dit gebergte Gilboa werd ook Saul van de Filistijnen verslagen, 1Sa 31:1.
,
 dal Jizreël, gelijk boven, Jdg 6:33.
Copyright information for DutSVVA