Jeremiah 1:9-10

9En de Heere stak Zijn hand uit, en roerde mijn mond aan; en de Heere zeide tot mij: Zie, Ik geef Mijn woorden in uw mond.
 roerde mijn mond aan; Verg. Isa 6:7 . Dit was den profeet een goddelijk teken om hem in zijn beroep te bevestigen en te versterken; verg Eze 2:8 .
,
 Mijn woorden in uw mond Zie Deu 18:18 , alzo onder Jer 5:14 .
10Zie, Ik stel u te dezen dage over de volken en over de koninkrijken, om uit te rukken, en af te breken, en te verderven, en te verstoren; ook om te bouwen en te planten.
 om uit te rukken, De zin is: Om hun in mijnen naam aan te dienen en levendig voor ogen te stellen dat Ik zulks zal doen; en Ik zal uwe woorden, die gij tot hen alzo zult spreken, zekerlijk volbrengen en bekrachtigen, tot straf der hardnekkigen en troost der boetvaardigen; verg. Jer 5:14 , en Jer 18:7-8 , enz.; Eze 24:5 , Eze 24:9-10 , enz.; Joh 20:23 ; 2Co 10:4-5 . Verg. wijders Eze 3:18 , en Eze 43:3 .
Copyright information for DutSVVA