Jeremiah 12:4

4Hoe lang zal het land treuren, en het kruid des gansen velds verdorren? Vanwege de boosheid dergenen, die daarin wonen, vergaan de beesten en het gevogelte; dewijl zij zeggen: Hij ziet ons einde niet.
 treuren, Dat is, zo jammerlijk gesteld zijn?
,
 Hij ziet ons Te weten de Heere, of Jeremia, die ons dagelijks profeteren van onze nakende verwoesting, maar [willen zij zeggen] zij weten er beiden niet van; om welke verachting, hardnekkigheid, zorgeloosheid en heilloze verloochening van Gods voorzienigheid het land zelfs zo jammerlijk verwoest is.
,
 einde niet Hebreeuws, achterste, uiterste, laatste. Zie Deu 32:20 , en Pro 14:12 .
Copyright information for DutSVVA