Jeremiah 16:17
17Want Mijn ogen zijn op al hun wegen; zij zijn voor Mijn aangezicht niet verborgen, noch hun ongerechtigheid verholen van voor Mijn ogen. ▼▼ ogen zijn op al hun wegen; Dat is, Ik let op al hun voornemen en doen, menselijk van God gesproken. Hoe zulke manier van spreken ook ten goede gebruikt wordt, zie
1Ki 8:29 .