Jeremiah 2:26

26Gelijk een dief beschaamd wordt, wanneer hij gevonden wordt, alzo zijn die van het huis Israëls beschaamd; zij, hun koningen, hun vorsten, en hun priesters, en hun profeten;
 Gelijk een dief Hebreeuws, naar de schaamte van een diEf. Vergelijk onder 48:27.
,
 gevonden wordt, Dat is, op de daad betrapt en gegrepen wordt.
,
 zijn die van het huis Of, zullen beschaamd worden. Anders: hebben zij het huis Israëls beschaamd; dat is, zullen zij beschamen, enz., men zal hen beschamen; dat is, zij zullen zekerlijk beschaamd worden.
Copyright information for DutSVVA